vrijdag 14 november 2008

Dit blog gaat binnenkort knaplastig heten.
Het blog waar je als docent in de spiegel kijkt, en merkt dat je knapper wordt.
...dat klinkt aantrekkelijk, niet?

dinsdag 21 oktober 2008

“Bemoei je met je eigen zaken!”

Anders kijken naar lastig gedrag

In de lerarenkamer bespreken mijn collega’s een “gedragslastige” jongere. Ik herken de klachten van mijn collega’s niet echt. Ik heb geen problemen met deze Pieter. Maar als ik dit aangeef, word ik afgescheept met het excuus dat er in het gymlokaal natuurlijk andere wetten gelden. Daar mogen, nee moeten de leerlingen tenslotte bewegen. Dat is niet vergelijkbaar met het lastige beweeglijke gedrag in het klaslokaal. Ik ben het hier natuurlijk niet mee eens, maar blijf achter in verwondering. Deze jongen lastig? Ik vind hele andere leerlingen veel lastiger.
Dit was zo’n tien jaar terug. In het begin van mijn tijd als leraar bewegingsonderwijs. En vanaf toen is dit verschijnsel me blijven boeien. Wat of wie is nou eigenlijk de gedragslastige jongere?
Het lijkt tegenwoordig of bijna iedere jongere gedragslastig is. En is er een beeld ontstaan dat het huidige gedrag van jongeren veel extremer is dan vroeger. Wat fijn toch dat we nu een compleet vocabulaire hebben waarmee we deze leerlingen kunnen bestempelen: scholen zitten vol met ADHD-ers, autisten, LWOO-ers of andere rugzakdragers. Met deze termen is het in ieder geval net alsof we er grip op hebben.
Maar goed, voor wie is het gedrag van deze leerlingen nou eigenlijk lastig? Neem nou Daniel (14). Toen ik hem les gaf, presteerde hij het om elke dag minstens een half uur te laat te komen. Als ik hem, eerst vriendelijk, maar steeds dwingender vroeg naar een reden, kon ik op een grote mond rekenen. Oftewel: “Bemoei je met je eigen zaken”. Dit hield erg lang aan. Gek werd ik van hem. Hij verstoorde zowel de lessen als mij.
Maar na een tijdelijke schorsing van school leerde ik hoe ver je er naast kunt zitten. Het lastige gedrag van Daniel bleek juist ingegeven door behulpzaamheid en trouw. Zijn moeder was ernstig ziek en Daniel bracht zijn kleine zusje iedere dag naar school. Ik kon mezelf wel voor de kop slaan. Ik had mezelf volledig laten frustreren door deze jongen. Maar erger nog: ik had geen echte aandacht voor hem gehad. Ik hoop dat hij mijn gedrag snel vergeten is.
Het gedrag van de jongere is meestal vooral lastig voor de jongere zélf. Zíjn schoolloopbaan verloopt stroever of rottiger dan bij een ‘normale’ leerling. Hij werpt met zijn gedrag grenzen op die zijn mogelijkheden beperken. En hij is degene die misschien zijn sociale omgeving teleurstelt.
Of is het vooral de docent die de jongere als last ervaart, zoals ik bij Daniel? Als je de term “gedragslastig” zo interpreteert, dan zegt dit woord eigenlijk vooral iets over het gedrag van de docent. Namelijk dat deze zijn gedrag voor de klas laat leiden door de leerling. Waarmee je eigenlijk zegt dat de docent de touwtjes niet meer in handen heeft.
Wat is er voor nodig om gedragslastige jongeren niet meer als zodanig te ervaren? Misschien helpt het als we eerst van die nare term af zijn. Ik spreek zelf liever van ingewikkeld gedrag. Ingewikkeld omdat je wel degelijk in handelingsverlegenheid wordt gebracht. Ingewikkeld, omdat het bij iets ingewikkelds logisch is dat je het antwoord niet meteen klaar hebt. En ingewikkeld, omdat ingewikkelde zaken uitdagend zijn in plaats van vervelend.
“Ingewikkeld” gedrag roept om een leerbare, open en nieuwsgierige houding van de docent: feedback durven vragen aan collega’s, terug willen kijken op eigen gedrag en daadwerkelijke interesse hebben in de achtergrond van de jongere. Dit alles vergt niet alleen behoorlijk wat van de docent, maar ook van de school. Jezelf kwetsbaar opstellen, je eigen gedrag bespreekbaar maken lukt natuurlijk alleen in een veilige omgeving. Ik gun alle leraren een schoolcultuur waar je zonder schaamte je collega’s om hulp kunt vragen. Uit ervaring weet ik jammer genoeg dat deze cultuur niet altijd vanzelfsprekend is.
Een open instelling dus van zowel docent als school. Maar daarnaast doe ik hier graag een warm pleidooi voor het belang van pedagogisch vakmanschap. We zijn allemaal sterk geschoold in onze didactische vaardigheden. Maar hoe zit het met onze pedagogische kwaliteiten? Hebben we voldoende in onze mars om de jongere echt te zien? Staan we voldoende open om echt contact te maken met de leerling. Een jongere is ook maar een mens. Een mens dat gezien wil worden, een mens dat serieus genomen wil worden. Dit maakt ons werk interessant, maar ook …. tja, ingewikkeld. Want iedere situatie is in principe anders en nooit terugkerend. Iedere dag is nieuw, iedere leerling is anders. Wat bij de ene jongere werkt, lukt niet bij een andere. En net als je denkt het onder de knie te hebben, komt er toch weer één je gymlokaal in waarvan je denkt “pfff, die is lastig!”En dat maakt dat we een prachtig vak uitoefenen.




Henno Oldenbeuving